Blaaspijnsyndroom en Interstitiële Cystitis

Blaaspijnsyndroom is een blaasaandoening waarbij de urineblaas ontstoken is. In tegenstelling tot een ‘gewone’ blaasontsteking worden er bijna nooit bacteriën gevonden die blaasontstekingen veroorzaken. Antibiotica helpen daarom zelden. De klachten lijken meestal op een gewone blaasontsteking. Interstitiële Cystitis is een andere naam voor blaaspijnsyndroom.

Drs. Erik Arendsen Uroloog

Als cliënten bij me komen zijn ze vaak radeloos en is hun dagelijkse leven compleet verstoord.

Drs. Erik Arendsen Uroloog
Drs. Erik Arendsen Andros Blaascentrum

Vaak chronisch

De aandoening krijgt vaak een chronisch karakter, is of wordt niet kwaadaardig, is niet echt te genezen en vereist een lang behandeltraject met specifieke, vaak multidisciplinaire aanpak.

Blaaspijnsyndroom ontstaat in de verschillende lagen in de blaas

Vooral vrouwen

Ongeveer 2.000 mensen worden in Nederland momenteel behandeld voor deze aandoening maar een veelvoud heeft waarschijnlijk de ziekte. De aandoening komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen, ongeveer 80%  is vrouw en 20% man.

Oorzaken blaaspijnsyndroom

De juiste oorzaak van blaaspijnsyndroom is nog steeds niet bekend. Er zijn meerdere factoren of combinaties daarvan aan te geven die de oorzaak kunnen vormen.

  • Verhoogde doorlaatbaarheid van de blaaswand.
  • Verstoord afweersysteem, antistoffen tegen eigen urine.
  • Beschadiging van de blaaszenuwen bijvoorbeeld na operaties in het bekken.
  • Allergische reactie in de blaaswand na meerdere blaasontstekingen.

De blaaswand

De blaas werkt als een reservoir. In de blaas wordt urine verzameld en als het reservoir vol is, wordt het geleegd in de plasbuis. Urine is een afvalproduct dat verschillende agressieve bestanddelen bevat. De blaaswand is dan ook bedekt met een beschermende laag, de zogenaamde GAG-laag. GAG-laag staat voor glycosaminoglycaanlaag.

De GAG-laag vormt een barrière en verhindert dat irriterende stoffen, micro organismen, kristallen en andere in de urine aanwezige schadelijke stoffen in direct contact komen met de blaaswand en de blaasspier. Een intacte GAG-laag verhindert ook dat bepaalde bacteriën zich aan de blaaswand kunnen hechten en zo een bacteriële urineweginfectie kunnen veroorzaken.

Bij blaaspijnsyndroom is de GAG-laag meestal defect, en werkt de beschermingsfunctie niet meer of is ontoereikend. Hierdoor kunnen stoffen vanuit de urine de blaaswand binnen dringen en symptomen van blaaspijnsyndroom teweeg brengen, zoals pijn, samentrekking van de blaas en ontstekingsverschijnselen.

De klachten kunnen ineens ontstaan of soms na ingrepen in buik en bekken of na een of meerdere bacteriële infecties in de blaas. Voeding en stress kunnen invloed hebben op de klachten en de menstruatie en overgang kunnen als gevolg van hormoonveranderingen van invloed zijn. Het spontaan opvlammen of afnemen van de verschijnselen is specifiek voor blaaspijnsyndroom.

Veel patiënten met een auto-immuunziekte, bijvoorbeeld een reumatische aandoening of het syndroom van Sjögren, lijden aan het blaaspijnsyndroom.

Klachten blaaspijnsyndroom

Patiënten met blaaspijnsyndroom hebben vaak een combinatie van de volgende klachten:

  • Pijn, vaak naar mate de blaas voller wordt
  • Uitstraling van deze pijn naar bekken, rug, liezen en flanken
  • Vaak plassen in kleine beetjes
  • Continue pijnlijke aandrang tot plassen
  • Pijn in de plasbuis (urethra)
  • Drukkend pijnlijk gevoel in de onderbuik
  • Pijn bij het vrijen
  • Bij vrouwen stekende pijn in de vagina
  • Bij mannen pijn in de penis, testikels, scrotum en perineum

Deze klachten kunnen vaak weer leiden tot meerdere andere klachten. Zo kunnen er problemen ontstaan met de ontlasting ten gevolge van een verkeerd gebruik van de bekkenbodem bij veelvuldig plassen.

Onderzoek

Omdat de oorzaken van blaaspijnsyndroom nog niet helemaal bekend zijn, is het ook lastig vast te stellen. De uroloog zal bij klachten die niet duidelijk een andere oorzaak hebben een breed arsenaal aan onderzoeken instellen om te bepalen of er sprake kan zijn van blaaspijnsyndroom.

De belangrijkste onderzoeken zijn:

  • Vragenlijsten: BP-IC symptoomscore lijst en een pijnvragenlijst
  • Plasdagboek
  • Urineonderzoek
  • Flowmetrie met bepaling van de urine die achterblijft in de blaas (residu bepaling)
  • Blaasonderzoek (cystoscopie)
  • Indien nodig het afnemen van weefsel uit de blaas voor pathologisch onderzoek

Behandeling blaaspijnsyndroom

Omdat er nog geen mogelijkheid is de ziekte te genezen, is de behandeling vooral gericht op vermindering van klachten. BPS/IC vereist een multidisciplinaire aanpak waarbij de uroloog, arts en  continentieverpleegkundige de hoofdbehandelaars zijn met daarbij de bekkentherapeut, gynaecoloog, seksuoloog en zo nodig psycholoog, diëtist en maag-lever-darmarts als hulpverlener.

Er zijn meerdere behandelmethodes of combinaties hiervan mogelijk:

Onze gynaecoloog is beschikbaar in het multidisciplinaire team omdat vrouwen met het blaaspijnsyndroom ook last kunnen hebben van hormonale, gynaecologische en seksuologische problemen.

De behandelingen kunnen worden in sommige gevallen nog ondersteund door voedingsadviezen onder begeleiding van een diëtist.

In enkele gevallen, als geen van bovenstaande behandelingen de klachten verbetert, kan een lasertherapie of zelfs het verwijderen van de blaas noodzakelijk zijn. Deze therapieën dienen in een ziekenhuis uitgevoerd te worden, waarbij onze uroloog u zal helpen de beste behandelaar te vinden op een voor u gunstige plek en met een korte wachttijd.

De juiste zorg bij Andros Blaascentrum

Omdat het blaaspijnsyndroom een lastig te onderzoeken en behandelen klacht is, is het essentieel dat u goed voorbereid voor uw eerste consult komt. Wij vragen u daarom aandachtig en volledig de voorbereiding uit te voeren. Een goede voorbereiding op het bezoek is van groot belang. Als u voorbereid komt, kan het consult volledig in het teken staan van diagnose en behandeling, zonder dat er eerst nog tijd moet worden besteed aan informatieverzameling. Bovendien krijgt u dan in één bezoek een goed advies.

Voorbereiding

Telefonische intake: Bij uw aanmelding bij onze kliniek heeft de medisch secretaresse direct een telefonische intake met de gespecialiseerde verpleegkundige afgesproken. Zij neemt contact met u op om, aan de hand van een vragenlijst en een gesprek, te bepalen of en hoe wij u het beste kunnen helpen. De verpleegkundige plant met u een afspraak voor het bezoek aan de kliniek en verstuurt het voorbereidingspakket via email of post.

Voorbereidingspakket

Om te zorgen dat u optimaal voorbereid bent op het bezoek aan de uroloog en de verpleegkundige, sturen wij u een voorbereidingspakket via uw digitale klantenportaal toe. U dient de volgende voorbereiding te doen:

Vragenlijsten symptoomscore (BPIC-SS) en pijnervaring

Aan de hand van een korte vragenlijst geeft u aan in welke mate u last heeft van de symptomen die passen bij blaaspijnsyndroom. Daarnaast vragen wij u een vragenlijst in te vullen over hoe en in welke mate u pijn ervaart door uw klachten. Deze vragenlijsten kunt u ingevuld meenemen naar uw eerste consult.

Plasdagboek

Ten slotte vragen wij u om gedurende 24 uur bij te houden wat u drinkt en hoe vaak en hoe veel u plast. En of u daar pijn bij ervoer. Hiervoor krijgt u een formulier dat u gedurende een volle dag bij u houdt. U kunt ook dit plasdagboek ingevuld meenemen naar het consult. De verpleegkundige bepaalt aan de hand van het plasdagboek uw plasfrequentie, plasvolume en maximale blaasinhoud.

Eerste bezoek aan de kliniek

De totale duur van uw eerste bezoek zal ongeveer anderhalf tot twee uur zijn.

Op de dag van uw consult meldt u zich aan de receptie en worden uw gegevens met u doorgenomen, zoals verzekeringsgegevens. Ook vragen wij u zich te identificeren.

De arts zal u bij zich vragen voor een eerste consult. Eerst zal de arts uitgebreid uw klachten en vragen doornemen. Zo zal worden gekeken of de urine in orde is. Nadat de arts dit met u heeft doorgenomen kunnen er nog drie onderzoeken plaatsvinden: een blaasonderzoek (cystoscopie), een flowmetrie (meting van het plassen) en een residubepaling (volume achtergebleven urine na plassen). Mogelijk wordt er nog wat urine afgenomen voor nader onderzoek.

Het is mogelijk dat de arts u ook doorverwijst naar een bekkenfysiotherapeut.

Aan de hand van de resultaten van de onderzoeken zal de uroloog de behandelmogelijkheden aan u uitleggen. Samen kunt u dan tot een keuze komen voor de juiste aanpak. De uroloog bespreekt met u en informeert u duidelijk, eerlijk en volledig over het behandelvoorstel.

Het behandelvoorstel

  • De mogelijkheden en onmogelijkheden t.a.v. uw eventuele behandeling.
  • Het te verwachten resultaat.
  • De te gebruiken medicatie.
  • De eventuele redenen waarom een behandeling mogelijk voor u niet geschikt is.
  • Instructies en voorlichting die u voor een geslaagd resultaat moet volgen.
  • Instructies voor aanpassing van uw leefstijl zoals eten, drinken, roken en bewegen.
  • Eventuele risico’s of complicaties.

Als één van deze punten niet duidelijk is, vraag er dan direct naar bij de uroloog of verpleegkundige. Als u later thuis nog vragen heeft, kunt u altijd bellen voor nadere uitleg. Indien nodig (en de specialist is niet direct beschikbaar) kan er dan een telefonisch consult met de uroloog worden afgesproken.

De uroloog zal een verslag van uw bezoek maken. Het origineel gaat naar uw huisarts en u ontvangt een kopie. U kunt verzoeken dat het verslag niet naar de huisarts wordt gestuurd.

Indien u kiest voor een behandeling met (onder andere) blaasspoelingen of neurostimulatie (PTNS), dan neemt de verpleegkundige u direct mee voor een eerste behandeling, waarbij zij ook het vervolgtraject uitlegt.

Bij blaasspoeling zal de verpleegkundige u aanleren hoe u zelf huis kunt spoelen. Ook zal zij zorgen dat u de spoelmiddelen in de juiste samenstelling thuisgestuurd krijgt en zal zij een controle afspraak maken.

Bij neurostimulatie zal de verpleegkundige de eerste behandeling doen en afsprakenreeks inplannen van 12 wekelijkse bezoeken.

Controle bezoeken

De arts zal met u afspreken wanneer u op controle moet komen om te bepalen of de gekozen behandeling het gewenste effect heeft. Zeker bij blaasspoelingen zal de specialist mogelijk nog de samenstelling van het spoelmiddel bijstellen.

In overleg bepaalt u met de uroloog een schema voor controle bezoeken. Tijdens deze controle bezoeken zal er mogelijk weer een cystoscopie worden uitgevoerd. In overleg zal mogelijk ook worden bepaald of er tijdens de controle bezoeken additionele blaasspoelingen worden uitgevoerd door de verpleegkundige.

Lees verder over:

Drs. Erik Arendsen Uroloog
Auteur: Drs. Erik Arendsen is uroloog en de expert op het gebied van blaaspijnsyndroom en oprichter van Centrum voor Blaaspijnsyndroom
Laatste update: 28 november 2024
logo zkn Keurmerk

Het ZKN-keurmerk garandeert kwaliteit, professionaliteit, veiligheid en hygiëne met onafhankelijke toetsingen.

Zoek, vind en waardeer zorgaanbieders op ZorgkaartNederland.nl
Patientenfederatie Nederland
Gemiddelde waardering op ZorgkaartNederland: 9.3

Andros Blaascentrum Bekijk 24 waarderingen

Artsenblog