Overactieve blaas, 5 veelgestelde vragen

Dr. Dick Janssen Arts
23 november 2023

Lees deze veelgestelde vragen over een overactieve blaas herkennen, goed uitplassen, een kleine blaas, een spastische blaas en genezen van een over actieve blaas.

Onze arts dr. Dick Janssen geeft antwoord en uitleg.

Hoe herken ik een overactieve blaas?

  • U heeft vaak een heftig gevoel dat u moet plassen.
  • U moet heel vaak plassen.
  • U kunt de plas niet ophouden als u moet plassen.
  • U heeft mogelijk ook last van verstopte darmen of pijn bij het vrijen.
  • U heeft al langer last van deze klachten.
  • U heeft geen blaasontsteking.

Kan een overactieve blaas genezen?

Dat verschilt per patiënt en is een lastige vraag. Dat komt doordat een overactieve blaas meerdere oorzaken heeft. Sommige oorzaken kan je wegnemen, zoals een overactieve blaas die veroorzaakt door een vergrote prostaat die in de weg zit tijdens het plassen. Door het operatief verkleinen van de prostaat, kan je genezen van de overactieve blaasklachten.

Andere oorzaken zoals ouder worden of zenuwschade kan je helaas niet wegnemen. Bij deze relatief grote groep is het dus een chronische aandoening. Voor patiënten met een chronische aandoening  is het belangrijk om de situatie zo goed mogelijk te verbeteren met therapie.

Kan een overactieve blaas vanzelf over gaan?

Een overactieve blaas gaat niet vanzelf over zonder actie. Het kan wel vanzelf overgaan als een onderliggende oorzaak wordt aangepakt. De klachten die horen bij overactieve blaas hebben primaire of secondaire oorzaken.

Een deel is ‘primair’ wat betekent dat er overactiviteit is ontstaan zonder dat we een andere oorzaak hebben gevonden. Het andere deel is wat we noemen ‘secundair’, wat inhoud dat de blaas overactief is geworden door een andere oorzaak, zoals bijvoorbeeld na een aantal blaasontsteking in een korte periode.

Primaire overactieve blaas gaat meestal niet vanzelf over, terwijl de secundaire vorm in veel gevallen wel kan genezen zodra de onderliggende oorzaak wordt aangepakt.

Heb ik een kleine blaas of een overactieve?

Het verschil tussen een kleine blaasinhoud en overactieve blaas zit hem in de vorm van aandrang die een patiënt ervaart. Een gemiddelde blaas heeft een inhoud van gemiddeld 300 tot 500 ml. Daar zitten natuurlijk uitschieters naar boven en naar beneden bij

Kleine blaas

Met een kleine blaas inhoud moet je iets vaker naar het toilet, maar zijn de gevoels-signalen wel normaal. Dat betekent dat je tijdig een waarschuwing krijgt dat de blaas vol begint te raken, zodat je rustig een toilet kan opzoeken.

Overactieve blaas

Bij een overactieve blaas zijn deze signalen verstoord, waardoor je plots geconfronteerd wordt met een forse, oncomfortabel drang om te plassen, waardoor je het gevoel krijgt dat je acuut het toilet moet opzoeken. Dit symptoom noemen ‘urgency’. Ook zien we dat overactieve blaas syndroom dat patiënten deze urgency klachten ook vaak in de nacht voorkomen.

Wat is een spastische blaas?

Een spastische blaas wordt in de volksmond gebruikt voor een overactieve blaas. We gebruiken de term spastische blaas specifiek voor de patiënten die  blaaskrampen hebben tijdens de opslagfase van de plascyclus.

Door verlies van controle over de blaasspier kan deze op willekeurige momenten spontaan gaan samenknijpen en wordt de urine plotseling naar buiten geperst. Dit geeft een enorm acuut gevoel van aandrang om te plassen.

De aandrang noemen we medisch ‘urgency’ en blaaskrampen noemen we detrusoroveractiviteit. De detrusorspier is de medische naam voor de blaasspier. Dit beeld lijdt dan ook vaak tot aandrangs of urge incontinentie.

Druk op de blaas

Druk op de blaas kan ook een overactieve blaas zijn. Vrouwen kunnen druk op de blaas ervaren doordat een overactieve blaas kramp in de blaasspier en een strakgespannen bekkenbodem veroorzaakt.

Uitplassen bij een overactieve blaas, hoe moet dat?

Om uitplassen bij een overactieve blaas te kunnen begrijpen, bekijken we eerst hoe plassen eigenlijk werkt. Om te plassen werkt de blaasspier samen met de kringspier in de plasbuis en de bekkenbodem spieren.

De blaasspier levert de kracht om de blaas leeg te knijpen. Wij kunnen deze spier alleen maar ‘aan’ zetten en hebben verder geen controle over hoe hard deze spier aanspant.

De kringspier en de bekkenbodemspieren controleren de uitgang. Deze laatste twee moeten bij het plassen zoveel mogelijk ontspannen om zo min mogelijk weerstand te geven om goed leeg te plassen.

Voor alle vormen van blaasaandoeningen geldt er voor goed uitplassen hetzelfde advies: laat de blaas het werk doen en ontspan zo veel mogelijk. Ter vergelijking; ‘een sluis moet zo ver mogelijk openstaan om er zoveel mogelijk water doorheen te sluizen’.

Belangrijk om te weten is dat persen tijdens het plassen altijd averechts werkt. Door buikpers duw je namelijk de plasbuis alleen maar verder dicht en kan de blaas dus moeilijker legen.

Bij een overactieve blaas is het soms lastig plassen, omdat er door de hoge nood de bekkenbodem vaak op slot wordt gezet om te voorkomen dat je urine verliest. Zaak is dan om eenmaal op het toilet toch te proberen zo goed mogelijk te ontspannen.

Overactieve blaas behandelen door multidisciplinair team

Als met de behandeling van de huisarts onvoldoende resultaat wordt behaald, zal de huisarts u doorverwijzen naar een uroloog bij een ziekenhuis of een kliniek. Onze klinieken zijn gespecialiseerd in blaasproblemen zoals overactieve blaas, terugkerende blaasontstekingen en het blaaspijnsyndroom.

Andros Blaascentrum werkt vanuit een multidisciplinaire aanpak. Dat wil zeggen dat er naast onze artsen en urologen ook gynaecologen, gespecialiseerde verpleegkundigen, een bekkenfysiotherapeut en diëtist beschikbaar zijn die intensief met elkaar samenwerken.

Lees meer over de behandeling van een overactieve blaas

Lees meer over overactieve blaas

 

Overactieve blaas geeft plasklachten omdat de blaas uit balans is

Dr. Dick Janssen Arts
Auteur: Dr. Dick Janssen is arts bij Andros en doet wetenschappelijk naar blaaspijnsyndroom, overactieve blaas en urodynamica bij Radboudumc.
Laatste update: 23 november 2023

Neem contact met ons op